Gaan waar geen wegen zijn
Door: Riet Stout
Blijf op de hoogte en volg Riet & Herman
24 Maart 2009 | Nederland, Noordwijk
Vandaag is het 24 maart 2009, het waait, regent en het is koud, is dit Lente?? Ik ben nu 4 maanden terug uit Congo, nog iedere dag denk ik aan de zusters en de mensen daar. Beleef de reizen die ik maakte. Het was daar lekker warm trouwens.
De foto's staan in een prachtig album en ook op DVD t.z.t. nodig ik je uit voor een Congo-avond, ok? Hierbij nog enkele foto's van vrouwen die zwaar beladen naar de markt lopen. Ze komen van ver. De foto's heb ik genomen om 07.30 uur. Er werden door Sr. Annie en Sr. Astrid ook inkopen bij hen gedaan. Verser kan niet!
Nu heb ik ook in "de Noordwijker" 'n plaatselijke krant, verschillende stukjes geschreven en die wilde ik jullie ook laten lezen. Zo lijkt het of ik net terug ben....
veel leesplezier
Riet
er komen er nog meer Hoor.
"De Noordwijker"
Gaan waar geen wegen zijn.
De weg door de brousse.
Ik ga op weg van Kanaga naar Katende, midden in de Kasaï, afstand ongeveer 150 km. Congolese wel te verstaan. Om 5 uur ben ik al opgestaan en na een stevig ontbijt gingen we om kwart over zes op weg. Een grote sterke Toyota Landcruiser volgepakt met eten, levende kippen en konijn in een mandje, en spullen voor de zusters in Katende. En natuurlijk ook met jerrycans diesel want er zijn geen pompen onderweg. Het was een zwaar beladen auto dus. De eerste 15 km gingen over asfalt met hier en daar gaten en soms een heleboel diepe. De zon ging net op en vanuit de mistige schemering doemden de tegenliggers op: fietsen! Hét transportmiddel in de Kasaï. Ze zijn volgepakt met grote zakken, met b.v. houtskool, maniokwortels. Met gele jerrycans voor de Mazoet(olie), maar ook met groenten, mais en zelfs kippen, die zitten aan de poten met een heel kort touwtje vastgebonden op de zak. Op deze manier worden ook de kinderen vastgebonden bovenop de zakken. Sturen gebeurd van achteruit, er moet immers worden geduwd, met een lange stok, een soort afstandsbediening. Maar er waren ook veel leerlingen op weg naar school. Deze studenten zijn herkenbaar aan hun uniform: witte blouse en blauwe broek of rok. De schriften worden op het hoofd gedragen, want boeken zijn er niet veel. Geen volgepakte rugzakken dus maar gewoon wat je hebt op het hoofd dragen! En het zijn er heel veel die overal vandaan komen. Vaak zijn ze al vroeg op weg gegaan want om half acht beginnen de lessen en dan gaat de deur op slot! Pech als je te laat bent.
En dan duiken we de brousse in. De weg wordt een karrenspoor, een zandpad wat net breed genoeg is voor de auto,soms slechts een voetpad. Takken slaan tegen de auto en op de voorruit. Door de vele kuilen wordt ik van links naar rechts geslingerd, GOED VASTHOUDEN! De gemiddelde snelheid daalt tot onder de 20 km per uur. Ik krijg dorst en transpireer behoorlijk. Het is warm en vochtig. Zo sukkelen en hobbelen verder langs kleine hutjes met een mooi schoongeveegd erf ervoor. Pa zit lekker onder een afdakje uit te rusten van de nacht! En ma is al bezig met het eten. Als de kinderen een auto horen, die misschien maar eens per dag of misschien per week langskomt, komen ze al roepend naar de weg. Ze roepen: “Moyo, moyo”, (dag, hallo) en wanneer ik naar ze zwaai, zwaaien ze met twee handjes terug. Ik zie dan witte vlaggetjes in de lucht en witte streepjes van de tanden. Een pracht gezicht. Iedere keer weer roepen ze en soms ook “witte, witte”, dat vertaalden ze zusters dan voor ons, want Tsiluba ken ik nog steeds niet.
Soms rijden we door het hoge olifanten gras en ik ben iedere keer weer blij als er iets herkenbaars van een weg te voorschijn komt.
Toen ik een filmopname van de auto maakte die over een zeer slecht stuk langzaam reed, ging ik op het glibberige pad onderuit. Ik verstuikte mijn voet. Oei dat deed pijn. “Gelukkig niets gebroken of een open wond,” dacht ik opgelucht.
Na bijna zeven uur kwamen we aan in Katende. We worden hartelijk verwelkomd met een grote fles heerlijk koud bier. Wat was dat dan lekker!!!
Ook werd m’n voet onderzocht en verbonden door le docteur Mathias..
Geen eigen kamer
De weeskinderen staan je eerst weer heel afwachtend aan te kijken, maar dat veranderd snel als er iets lekkers aan ze wordt uitgedeeld. Kinderen zijn overal hetzelfde.
Maar lang uitrusten was er niet bij. Er moest gewerkt worden. Voor het donker toch even de ‘kamers’ van de grotere kinderen bezoeken. Ze stonden voor ons klaar en we werden weer toegezongen: ‘Bienvenu, bienvenu chez nous’. Iedere keer ontroerde me dat. Ze laten hun slaapvertrekken zien. Een kamer kan ik het niet noemen. Het lijkt op een stal…. Geen vloerbedekking, stoelen, tafel en t.v. geen keurig opgemaakte bedden. Niets van dat alles. Er zijn wel bedden hoor maar heel eenvoudig: zelfgetimmerde ‘bakken’ met een kleedje erop. De kinderen hebben ook geen persoonlijke kast, want spulletjes hebben ze niet. Toch zien ze er schoon en netjes uit. De grote jongens hebben een eigen ‘kamer’, daarin een bed en een tafel om huiswerk aan te kunnen maken. Maar ze zaten nog buiten te werken omdat het daar nog wat licht was. Voor de oorlog, 1996, was alles nog heel, maar tijdens de oorlog hebben er soldaten gezeten die alles kapot hebben gemaakt, vernield en bevuild. Na zes jaar bezetting hebben ze een ruïne achter gelaten die de zusters nu langzamerhand aan het opknappen zijn.
Het wordt snel donker, we gaan wat eten en ik zoek vroeg mijn bed op. Morgen weer een drukke dag. We zijn uitgenodigd door de artsen om morgen een bezoek aan “l’hopital” van de zusters te brengen.
Shala bimpe en tot de volgende keer.
Riet Stout – van de Made
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley